See this page in: English De nieuwe moraal kreeg vooral veel bekendheid gedurende de zestiger jaren en werd gezien als een ethisch systeem dat door alle religies aanvaard kon worden als een vervanging van de, zoals men meende, verouderde wetten en normen. Die nieuwe moraal is niet nieuw. Het is het natuurlijk gevolg van zoeken naar een systeem van normen en waarden, dat het ongeloof van de mens vergoelijkt en toegeeft aan zijn verdorvenheid. Prominente voorstanders van de nieuwe moraal, ook wel GELEGENHEIDS ETHIEK genoemd, zijn het er door de mand genomen over eens, dat de menselijke rede het instrument moet zijn, waaraan hij zijn moraal toetst. Men accepteert openbaring als de bron van ethisch handelen en tegelijkertijd verwerpt men alle geopenbaarde normen en wetten behalve n: God en de naaste lief te hebben. Het gaat er bij Gelegenheids ethiek niet om wat goed of fout is, maar wat de mens uitkomt. Aan welke autoriteit echter ontleent men het gezag, om te bepalen, of iets wel of niet geopenbaarde waarheid is en hoe komt men ertoe om iets te verklaren als richtinggevend? Als ons gezond verstand zich stelt boven bepaalde door God geopenbaarde waarheid, verspeelt men het recht om de rest van die goddelijke openbaring te claimen als bindend. De hoogste wet in de methode van de Gelegenheids ethicus is liefde. Hij houdt niets anders voor intrinsiek goed en hij denkt dat alle andere regels de liefde verstikken. Hij maakt een duidelijk onderscheid tussen liefde en gehoorzaamheid, tussen goed en opportuun. Alhoewel prominente religieuze kopstukken de nieuwe moraal gingen overnemen, wil dit nog niet zeggen dat dit systeem christelijk is. Een ethisch systeem is pas christelijk als het met de Bijbel overeenstemt. Van het begin tot het eind leert de Bijbel dat God duidelijke verwachtingen heeft van zijn schepping en deze verwachtingen worden in het Oude Testament verwoord in de Tien Geboden. De gelegenheids ethicus leert in het algemeen, dat Christus de oudtestamentisch wetten compleet heeft afgeschaft en daarvoor in de plaats de ene wet, die der liefde heeft ingesteld. Christus zei in werkelijkheid, dat de liefde voor God en het liefhebben van de naaste, de twee grootste geboden zijn, we moeten dit niet over het hoofd zien, maar Hij heeft nooit bedoeld dat de mens buiten de wet zou leven, om zodoende het grootste gebod te vervullen. (Matt. 22:35-40). Christus zei klip en klaar: "Denk niet dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen" (Matt. 5:17). Hij waarschuwt verder tegen ieder die ook maar de geringste van de geboden wil ontbinden en dit zo aan anderen wil leren. (Matt. 5:19). Door de wet te vervullen heeft Jezus hem juist versterkt door vast te stellen, dat het in acht nemen ervan, vanuit ons hart moet komen en niet als een van buiten opgelegd ritueel. Christus heeft in zijn bergrede specifieke Oudtestamentisch wetten genoemd, die hij versterkte doordat hij ze ons op het hart drukt. Bijvoorbeeld: het is niet voldoende om geen moord te plegen, maar zelfs haten is al moord. (Matt. 5:21-22). Op soortgelijke wijze spreekt Hij over overspel (5:27-28), scheiding (5:31-32), een eed zweren (5:33-37), aalmoezen geven (6:1-4), bidden, (6:5-8), en vasten (6:16-18). Christus heeft de wet niet afgeschaft. Hij toonde ons ook dat het ware houden van de wet gehoorzaamheid inhoudt, zowel innerlijk als uiterlijk. Daarom zijn de liefde tot God en de liefde tot onze naaste nog wel de twee grootste geboden, niet omdat God verder niets meer van ons mensen verwacht, maar omdat aan de verwachtingen van God gewoonweg niet voldaan kan worden, als het hart van een mens in opstand komt tegen zijn Maker. De Gelegenheids ethicus wil er alles aan doen, hij wil iets uitstellen, negeren of forceren als hij voelt dat hij hierdoor meer liefde betoont dan wanneer hij gewoon Gods wet houdt. Zo'n ethische absurditeit doet heel duidelijk de Bijbelse voorstelling van liefde geweld aan: "Want dit is de liefde van God, dat wij Zijn geboden bewaren en Zijn geboden zijn niet zwaar" (I Joh. 5:3). Bijbelse liefde kan zich nooit uiten buiten het kader van gehoorzaamheid aan Gods openbaring. Jezus zei: "Als gij mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren" (Joh. 14:15). Gelegenheids ethiek kan ook niet waar maken, dat liefde de wet vervangt in de Schriften, want die twee gaan hand in hand. De populariteit van de nieuwe moraal wordt nog versterkt door de ontkenning van elke andere wet, behalve die der liefde. Hierdoor wordt alles goedgepraat: overspel, abortus, homoseksualiteit, diefstal, dronkenschap en drugsgebruik. Men kan veel afwijkend gedrag goedpraten in naam der liefde, maar zonder bijbelse richtlijnen, weet een mens werkelijk niet of wat hij doet wel liefde is! Het evangelie van Jezus Christus zet een mens vrij van de eis der wet, doordat onze redding een genadegave van God is, niet het resultaat van een ceremonie of een ritueel. Dit evangelie plant een nieuw leven in het binnenste van een gelovige, zodat het zijn grootste genoegen en voorrecht is om de geboden van zijn Heer te volbrengen. De christenen ervaren de belofte van Christus, "Gij zijt Mijn vrienden, indien gij doet wat Ik u gebied" (Joh. 15:14). [ Indien deze informatie U geholpen heeft, overweeg, in gebed, een gift om te helpen in de onkosten om deze geloofsopbouwende dienst beschikbaar te maken voor U en uw familie! Giften zijn aftrekbaar van de belastingen. ] Uittreksel uit The Bible Has the Answer, door Henry Morris en Martin Clark, uitgegeven door Master Books, 1987 Overgenomen door Films for Christ met toestemming van Master Books Copyright © 1995, 1998, Master Books, All Rights Reserved - behalve als vermeld op bijgaande “Usage and Copyright” bladzijde die toestemming geeft aan gebruikers van ChristianAnswers.Net om deze bladzijde te gebruiken voor thuis, persoonlijk getuigenis, kerken en scholen. ChristianAnswers.Net/dutch |