See this page in: English
De ongelofelijke luiaard
Als de luiaard op de grond gezet wordt, lijkt hij vreemd en idioot gevormd. Zijn voorpoten, eigenlijk moet je van zijn armen spreken, zijn duidelijk veel te lang, terwijl zijn achterpoten veel te kort zijn. Die zien er uit of ze zowat in de vorm van een kurkendraaier gebogen kunnen worden. Als je hem dan ook op de grond zet, hangt zijn buik op de grond.
Stel je voor dat hij op z'n poten ging staan, zoals andere dieren, dan zou hij vreselijke pijn krijgen, want hij heeft niet eens voetzolen. Zijn klauwen zijn erg scherp en lang. Als het lichaam op zijn voeten zou rusten, dan hij op de uiteinden van die poten moeten staan, net als jij op je tenen en vingers!
Als de vloer van glas zou zijn, of lekker glad, dan zou hij wel even in kunnen blijven staan, maar de grond is nou eenmaal ruw, met allerlei verhoginkjes zoals stenen, wortels en gras. Eigenlijk vindt de luiaard dat juist fijn, want hij gooit zijn vier ledematen alle kanten uit om maar iets te vinden om vast te pakken. Als hem dat lukt, dan trekt hij zich vooruit.
Zo kan hij dan een beetje vooruit komen, maar zo langzaam en gek, dat men hem de naam luiaard heeft gegeven. Ja, als je goed kijkt merk je wel, dat hij zich op de grond erg ongemakkelijk voelt. Zo af en toe hoor je hem zelfs zuchten, dat zal wel van de pijn zijn. Maar de luiaard hoort ook niet op de grond!
In het wild brengt hij zijn hele leven door in de bomen. Hij komt er nooit uit, of er moet iets heel ernstigs gebeuren. God heeft de mens gemaakt om over de aarde te lopen, de arend om in de lucht te vliegen en de aap en de eekhoorn horen in de bomen. Toch kunnen ze zich nog wel in een andere omgeving op hun gemak voelen. Maar de luiaard niet. Hij moet zijn hele leven wel in de bomen hangen. Niet op de takken zoals een eekhoorn en een aap, maar onder aan de takken. Niet met zijn kop naar beneden, dus.
Als een luiaard slaapt, grijpt hij een horizontale tak en zorgt dat alle vier zijn ledematen op een lijn zijn. Dan kan hij zich lekker ontspannen. Als hij een staart zou hebben, zou hij niet weten wat hij er mee moest doen. Tussen z'n poten? Moest hij er ook aan hangen? En als hij die staart gewoon zou laten hangen zou de wind er mee gaan spelen. Ach nee, de luiaard heeft maar een heel kleine staart, om precies te zijn 3 vier centimeter en dat is maar goed ook.
Een verrassende ontmoeting met een luiaard
Eens vond een man in het bos een grote luiaard met twee tenen die op de grond lag, op de oever van de rivier de Essequibo. 'Zodra ik bij hem kwam,' zei de man later,'gooide de luiaard zich op zijn rug en verdedigde zich heel grappig met vier poten.'
'Kom op, ventje,' zei de man, 'Ik zal heus geen misbruik maken van je situatie.Het bos is groot genoeg voor ons beiden, ga maar weer lekker naar boven en geniet van je wildernis.Je zult wel niet vaker een interview met een mens krijgen, dus vaarwel.'
Terwijl de man zo aan het praten was, nam hij een grote stok, hield die boven de luiaard om zich aan op te trekken en plantte hem schuin tegen een statige hoge boom. Met een geweldige vaart klom de luiaard de boom in en binnen een minuut was hij bovenin.
Ja, we kunnen ons wel eens vergissen. We noemen een beest luiaard, vanwege zijn gedrag op de grond. Moet je datzelfde beest eens zien waar hij hoort, namelijk hangend aan een tak van een boom! Perfect gewoon.
En wat kun je hier nou uit leren?
We moeten anderen niet zo gauw beoordelen om wat ze niet kunnen. Als je nou eens keek naar de dingen die ze wel goed kunnen? Kijk naar wat ze mee gekregen hebben, hun vaardigheden, hun ervaringen en hun opvoeding? Een onderwijzer is nou eenmaal geen metaalbewerker en een timmerman geen advocaat en toch… elk op z'n eigen plaats doet een prachtig werk. We hoeven ons niet te schamen voor wat we nog niet geleerd hebben of nooit zullen kunnen leren.
Translation by: Josine
Uittreksel uit Lessons from Nature for Youth, Original: 1836 / Herdrukt bij WallBuilders, 1995. Uitgegeven door Films for Christ. Used with permission.
Copyright © 1995, 2000, All Rights Reserved
|