Bekijk deze pagina in het: Engels (English)

Engelen

Hebreeuws: מֲלְאָךְ —Engelse transliteratie: malak or mal'ak

Griekse: ἄγγελος —Engelse transliteratie: aggelos

In beide talen betekent het woord "Messenger" en wordt het gebruikt om elke agent te beschrijven die God zijn wil wil sturen. Het identificeert niet altijd de hemelse wezens.

► Voor veel meer informatie, Wat leert de bijbel ons over engelen?

In beide talen betekent het woord boodschapper en het wordt gebruikt om elke afgevaardigde van God aan te duiden, die Hij stuurt om zijn wil te volbrengen. Het woord verwijst niet per se naar een hemels wezen.

Voor meer informatie over engelen verwijzen we u naar ons antwoord op “Wat zegt de bijbel over engelen?

De verschijningen van “de engel des Heren” aan Abraham bij Mamre (Gen. 18:2, 22. Vergelijk 19:1), met Jacob bij Pniël (Gen. 32:24, 30), met Jozua te Gilgal (Jozua. 5:13,15), waren van de Heer Jezus Christus voordat Hij in het vlees verscheen. Ze waren voorafschaduwingen van de incarnatie, openbaringen voordat de volheid der tijden intrad van de zoon van God.

Hemelse Engelen

Copyrighted © image.
Abraham werd bezocht door drie hemelse boodschappers.
  1. Deze superieure wezens zijn erg talrijk. “Duizendmaal duizenden,” enz. (Dan. 7:10; Matt. 26:53; Lucas 2:13; Hebr. 12:22-23). Ze hebben verschillende rangen in waardigheid en macht (Zach. 1:9,11; Dan. 10:13; 12:1; 1 Thess. 4:16; Judas 1:9; Ef. 1:21; Kol. 1:16).

  2. Het zijn geesten (Hebr. 1:14), zoals de ziel van een mens, maar zonder fysiek lichaam.

  3. Zulke uitdrukkingen als “als de engelen” (Lucas 20:36), en het feit dat, als er engelen verschijnen aan mensen het altijd was in een menselijke vorm (Gen. 18:2; 19:1, 10; Lucas 24:4; Hand. 1:10), en de titels die hen worden gegeven (“zonen van God,” Job 1:6; 38:7; Dan. 3:25; vergelijk 28) en aan mensen (Lucas 3:38), alles lijkt te wijzen op enige gelijkenis tussen hen en het menselijke ras.

  4. Onvolmaaktheid wordt hen toegeschreven (Job 4:18; Matt. 24:36; 1 Petr. 1:12). Als schepsels met een vrije wil, kunnen ze in verzoeking gebracht worden; en dus lezen we van “gevallen engelen.” We kunnen slechts raden naar de oorzaak van hun val en de wijze waarop. We weten slechts dat gevallen engelen hun eerste status verloren hebben (Matt. 25:41; Openb. 12:7,9), en dat ze bewaard blijven tot het oordeel. (2 Petr. 2:4).

  5. Engelen sterven niet (Lucas 20:36). Ze bezitten bovenmenselijke intelligentie en macht (Marcus 13:32; 2 Thess. 1:7; Ps. 103:20).

  6. Ze worden heilig genoemd (Luke 9:26), “uitverkoren” (1 Tim. 5:21). De verlosten in heerlijkheid zijn als de engelen (Lucas 20:36).

  7. Zij mogen niet aanbeden worden (Kol. 2:18; Openb. 19:10).

  8. Ze hebben veel functies.

    1. In de ruimste zin des woords zijn ze UITVOERDERS VAN GODS VOORZIENIGHEID (Ex. 12:23; Ps. 104:4; Hebr. 11:28; 1 Kor. 10:10; 2 Sam. 24:16; 1 Kron. 21:16; 2 Kon. 19:35; Hand. 12:23).

    2. Ze zijn speciaal Gods uitvoerders in zijn grote VERLOSSINGSWERK. Er is geen duidelijke vermelding van het werk van engelen aan mensen voor de roeping van Abraham. Vanaf die tijd wordt er regelmatig melding gemaakt van hun bediening op aarde (Gen. 18; 19; 24:7, 40; 28:12; 32:1). Ze verschijnen om afgoderij te berispen (Richteren. 2:1-4), om Gideon (Richteren. 6:11-12), te roepen en om Simson (13:3). te heiligen. In de dagen van de profeten, vanaf Samuel verschenen de engelen alleen als zij het nodig hadden. (1 Koningen 19:5; 2 Koningen 6:17; Zach. 1-6; Dan. 4:13, 23; 10:10,13, 20-21).

    3. Toen Jezus Christus naar de aarde kwam om te sterven, begon er een nieuwe tijd in de bediening van engelen. Ze kwamen met hun Heer naar de aarde om Hem bij te staan in zijn leven op aarde. Ze voorspelden zijn komst (Matt. 1:20; Lucas 1:26-38), dienden hem na zijn verzoeking en doodsangst (Matt. 4:11; Lucas 22:43), en verkondigden zijn opstanding en hemelvaart (Matt. 28:2-8; John 20:12-13; Acts 1:10-11).

    4. Nu bedienen ze het volk van God (Hebr. 1:14; Ps. 34:7; 91:11; Matt. 18:10; Hand. 5:19; 8:26; 10:3; 12:7; 27:23). Ze verheugen zich over een zondaar die zich bekeert (Lucas 15:10). Ze dragen de zielen van de verlosten naar het paradijs (Lucas 16:22); en ze zullen de predikers zijn van het oordeel op de grote dag des oordeels (Matt. 13:39,41, 49; 16:27; 24:31).

    5. BESCHERMENGELEN? - De passages (Ps. 34:7, Matt. 18:10) worden gewoonlijk aangehaald als het gaat over het idee dat elk individu een persoonlijke beschermengel heeft, maar dat is niet terecht. Ze geven slechts aan dat God de bediening van engelen gebruikt om zijn volk te bevrijden van kwellingen en gevaar en dat de engelen het niet beneden hun waardigheid achten om zelfs kinderen en de minsten onder Christus' discipelen te dienen.

DE ENGEL ZIJNS AANGEZICHTS - De engel van zijn aanwezigheid (Jes. 63:9. Vergelijk Ex. 23:20-21; 32:34; 33:2; Num. 20:16) waar soms naar verwezen wordt is waarschijnlijk een aanduiding van de Messias als de beschermer van zijn volk. Anderen menen dat de uitdrukking verwijst naar Gabriel (Lucas 1:19).

Wanneer het manna engelenvoedsel wordt genoemd in de psalmen is dat slechts om aan te geven hoe hemels en uitmuntend het was. (Psalm 78:25).

Auteur: Matthew G. Easton, uitgegeven door Paul S. Taylor.

Engelen van dood en vernietiging

Wat leert de bijbel nog meer over engelen? Antwoord

Goede engelen

Slechte engelen

Engelen kleurplaten voor kinderen

Meer Informatie

Article Version: July 30, 2021