|
Bekijk deze bladzijde in het: Engels (English) De Exodus bladzijde 5De HEER zei weer tegen Mozes: ‘Ga naar de farao en zeg tegen hem: “Dit zegt de HEER: Laat mijn volk gaan om mij te vereren. Weigert u dat, dan straf ik uw hele rijk met een kikkerplaag.’ Maar Farao weigerde. Dus kwamen er kikkers die het land Egypte bedekten. De kikkers kwamen in de huizen van de mensen en in hun slaapkamers, op hun bedden, in hun ovens en hun mengkommen. Farao liet Mozes en Aäron roepen en zei: “‘Bid tot de HEER dat hij mij en mijn volk van die kikkers verlost,’ zei hij, ‘dan zal ik het volk laten gaan om de HEER offers te brengen.’ Maar zodra de farao merkte dat het onheil geweken was, weigerde hij weer hardnekkig naar Mozes en Aäron te luisteren, zoals de HEER gezegd had. Dus ging God verder met het sturen van plagen over het land Egypte. Telkens weer smeekte de faro dat de plaag zou stoppen en dat gebeurde dan ook. En telkens weer brak hij zijn belofte om het volk Israël te laten gaan. Door het hele land veranderde God het stof in muggen die op de mensen kwamen en op de dieren. Toen zeiden de magiërs tegen de farao: ‘Hier moet een god de hand in hebben!’ Vervolgens stuurde De HEER hele zwermen steekvliegen die drongen het paleis van de farao en de huizen van zijn hovelingen binnen, en overal in het land richtten ze zware schade aan. Hij zond ook een vreselijke plaag die al het vee van Egypte doodde, maar de Israëlieten verloren geen enkel dier. Mozes stond voor de farao en wierp as in de lucht, hierdoor kwamen mensen en dieren onder de etterende puisten te zitten. En hierna waarschuwde de Heer iedereen dat er een geweldige hagelbui over Egypte zou komen. Sommige hovelingen van de farao namen de woorden van de HEER ernstig en brachten hun slaven en vee binnen in veiligheid. Anderen sloegen er geen acht op en lieten hun slaven en vee buiten. Toen liet de HEER het donderen en hagelen. Er schoot vuur naar de aarde. Overal in Egypte sloeg de hagel neer op alles wat buiten was, op mensen, dieren en planten; zelfs de bomen werden vernield. Alleen in Gosenhet gebied waar de Israëlieten woonden, hagelde het niet. Toen bracht God sprinkhanen over het land Egypte. Ze bedekten alles, zodat het land verduisterd werd door de sprinkhanen en ze aten elke plant op die niet vernield was door de hagel. Er bleef niets groens over in het hele land Egypte. Tenslotte kwam er drie dagen duisternis over Egypte, een duisternis zo dicht dat ze tastbaar was. Men kon de ander niet zien en niemand ging naar buiten, maar waar de Israëlieten woonden was het licht. Nog steeds wilde de farao het volk niet laten gaan. Hij bedreigde Mozes zelfs door te zeggen: ‘Uit mijn ogen! En waag het niet u nog eens te laten zien. Als u hier nog eens verschijnt, wordt dat uw dood.’ Mozes antwoordde: “Zoals u wilt, ik zal u niet nog eens onder ogen komen.’ Christian Answers Network
Vertaald door: Josine |